Achtervolger gevolgd
Hij keek nog eens over zijn schouder. Bij het terugdraaien van het hoofd in de gebruikelijke richting kwam zijn neus in schavend contact met een stuk boomschors. Een eik in bloei versperde zijn weg. Zij keek hem aan met een blik die alleen een clown waardig is.
'Er loopt echt niemand, schat. Geloof me nou.'
Hij betwijfelde haar oplettendheid ten zeerste.
'Ik wil je wel geloven, maar ik weet het gewoon zeker. We zijn niet alleen!'
De clown-kijk-blik verdween van haar gezicht en werd vervangen door een van heel andere aard.
'Dit is nou al de twaalfde keer! Doe toch niet zo paranoide!'
'Ik ben misschien paranoide, maar dat betekent nog niet dat we niet gevolgd worden.'
Ze zweeg.
'Onder de indruk van mijn inzicht natuurlijk,' was zijn interpretatie.
Een paar minuten verstreken in afwachtende stilte. Hij luisterde met ingehouden adem naar eventuele voetstappen achter zich, en zij wachtte gespannen of hij nog iets zou zeggen. Toen dit niet gebeurde nam zij het initiatief.
'Zie je die prachtige lucht voor je. Die is toch ech...'
De poging werd nooit afgemaakt, want op dat moment draaide de man zich resoluut om en begon met grote stappen te rennen in de richting waar ze vandaan kwamen.
Ze riep hem nog na.
Hij hijgde alleen maar over zijn schouder: 'Ik zal hem krijgen. Ik zal hem krijgen.'
Verdwaasd keek ze hem na, terwijl hij zich steeds verder van haar verwijderde.
Toen zag ze hem een struik in springen. Het groen onderging woeste schokken. Uiteindelijk werd het weer rustig. De man stapte de struiken uit met iets in zijn hand, dat hij trots boven zijn hoofd hield. Langzaam liep hij weer terug.
Toen hij weer voor haar stond, hield hij de restanten van wat daarvoor een wit konijntje had kunnen zijn op.
'Zo, die zal niemand meer volgen!' sprak hij met alweer gekalmeerde ademhaling.