Een onbekende kennis
Zoektocht naar veiligheid I
Gisteren ben ik publiek goed gemaakt. Ik weet niet hoe het is gebeurd, maar ik lig op straat.. voor een ieder te zien.
Ik ging naar de drogist voor een nieuwe tandenborstel. De haren van de oude werden zacht en reinigden niet meer. Mijn tanden voelen broos aan en om tenminste de gedachte tegen te gaan dat ze ieder moment uiteen zullen spatten koop ik een nieuwe tandenborstel.
Opeens spreekt een vreemde mij aan. 'Ben jij niet degene die ...?' De rest van de zin hoor ik van ongeloof al niet meer. 'Ja, volgens mij is hij het.' bevestigt een onbekende stem van rechts. 'Geen twijfel over mogelijk.' komt van een derde links. 'Wat vind je daar nou zelf van?' vraagt de eerste vreemde. Ik heb geen antwoord en verlies mijn postuur. Hoe kan het dat zij mij zo kennen? De tweede loopt dreigend op mij af en maakt zijn rechterhand tot vuist. 'Denk maar niet dat ik dit van je pik, knul!' deelt hij schreeuwend mede en haalt uit. Tijd vertraagt zoals zo'n moment betaamd. In slow-motion legt mijn hoofd de afstand tot de grond af. Mijn armen nemen in een flits een houding aan die tot contactdemping moet leiden: bijna geroutineerd. Ik verlies mijn plaats. Ik smak tegen de stoeptegels en tijd vervolgt op normale snelheid.
Voordat ik kan zeggen: 'Ik wil alleen maar een nieuwe tandenborstel!', begint het schoppen. Ik kan me niet verweren, ook niet door mij op te krullen en mijn armen in afwerende houdingen op te houden. Ze knappen en ik breek...
Als ik wakker wordt, lig ik in een ziekenhuisbed. Volledig in het gips en met een infuus. Bewegen doet pijn. Dan loopt de verpleging binnen. 'Ah, je bent eindelijk wakker! Weet je, zonder al die verwondingen lijk je sprekend op...' Hij kijkt ineens verbaasd en dan kwaad. Even kooit hij zijn woede. Dan, ik zie het op zijn gezicht, laat hij zich gaan en begint met slaan. En gooien. En steken.
Ik doorsta meer dan ik kan hebben en breek meer, verder. Ik verlies... mijzelf. Ik... verlies. Ik...