Het computerspel tentamen
Ik weet dat ik moet studeren om dit tentamen te halen. Ik heb nog een paar dagen om het voor te bereiden. Net genoeg tijd als ik elke dag hard doorwerk. Hoe komt het dan dat ik hier toch zit en me laat opvorderen door dit spelletje. Ik zit vast in het vierde level. Het lukt me bij de eerste twee wachtposten om alle vijanden dood te krijgen. Maar dan loop ik door die deur die achter me sluit en word overrompeld door zoveel tegenstanders dat ik dood ga. Ik weet dat ze er zijn. Ik weet wanneer ze komen. En toch krijg ik ze niet dood. Het lukt me niet. Al negen keer niet. Als ik het nu laat rusten dan gaat het morgen ineens veel beter, dat weet ik zeker. Toch doe ik dat niet.
De tiende keer. Ik ga dood door de soldaat met het machinegeweer. Misschien lukt het als ik volgende keer een granaat in zijn richting gooi, terwijl ik door de deur loop. Poging elf. De man met het machinegeweer wordt tegen de zijmuur aangeworpen door de explosie, terwijl ik van linksachter door mijn borst word geschoten. Een laatste ram op het toetsenbord terwijl ik ter aarde stort. Dit kan gewoon niet! De makers zijn sukkels, want dit stukje is duidelijk onmogelijk om te halen.
Gefrustreerd loop ik naar de keuken en zet theewater op. Hoe kom ik nou langs dat stuk? Ik besef nogmaals dat ik nu eigenlijk moet studeren. Als ik nu begin en dan maar twee pauzes van een kwartier neem, dan kan ik vanavond twee hoofdstukken afhebben uit het blauwe boek en dan kan ik alle stof nog net op tijd afkrijgen. Het theewater kookt. Stoom vervaagt mijn zicht op de delftsblauwe tegeltjes aan de muur. Dan krijg ik een ingeving. Ik storm met een volle mok terug naar mijn kamer en start opnieuw. Eenmaal bij de deur, wissel ik van wapen en storm naar binnen. Niet daar blijven staan en vechten. Doorlopen totdat de gang erachter bereikt is. Omkeren en een granaat neerleggen. Afstand nemen en afwachten. Ik heb al veel schade opgelopen om hier te komen. De vijanden komen de gang in en de granaat gaat af. Precies op het juiste moment. Acht doden in een klap! Snel sla ik het spel op. Ik loop door de volgende deur en wil net de trekker overhalen als mijn hand onwillekeurig een knop indrukt en het spel afsluit.
...
En dan realiseer ik me dat spellen zijn ontworpen om ze uit te spelen. Soms is het moeilijk, maar het is altijd mogelijk. Studeren is niet zo ontworpen en daardoor onzeker. Ik pak het boek op en begin te lezen. Gelukkig krijg je ook buiten een computerspel meerdere kansen.