Silbar

...Silver linings...

Mythische historie

Losgeketend worden door dood te doen bloeden

Ooit waren er mensen. Dit waren grote geharde reuzen die in staat waren bergen te verzetten en de wereld te veranderen. Geschapen door de Goden deden deze mensen het werk voor ze. Zij zwoegden dag in dag uit op de werkplaats Aarde en van tijd tot tijd werden zij daarvoor door de Goden beloond. Eén van die giften was die van het oordeel. En de mensen gebruikten deze gift dankbaar en oordeelden dat de tijd van het harde werk voorbij was. Zij oordeelden dat het oneerlijk was dat de Goden luierden terwijl de mensen de hele dag hun werk verrichten. De eerste staking in de geschiedenis was het gevolg.

Toen de Goden dit hoorden, besloten zij de mens te straffen voor hun opstand. Zij ontnamen de mens haar gigantische postuur en haar reuzenkracht en liet deze nieuwe mens dubbel zo hard werken.

De gelederen van de mensheid die nu niet langer in staat waren de zware arbeid die de Goden hen oplegden te voltooien dunden nu erg snel uit. De Goden hadden namelijk naast hun kracht ook hun onsterfelijkheid afgenomen en als gevolg overleden er veel aan ongelukken en uitputting.

De Goden merkten dit en kregen medelijden met de arme mensheid. Omdat zij bang waren dat de mensheid zou uitsterven, zodat zij zelf het werk moesten uitvoeren, begiftigden zij de mens nogmaals. Zij schonken haar de rationaliteit, zodat ze slimme machines konden bouwen om het werk te verlichten. Ook schonken ze de mensheid de mogelijkheid om zich voort te planten. Hierdoor kon de aantallen weer aangevuld worden.

De mens was dankbaar voor haar giften en ontwikkelde al snel grote machines die nog grotere bouwwerken konden fabriceren. Het werk kon nu veel sneller worden uitgevoerd en zelfs met de grotere werkdruk die de Goden hen oplegden, bleef er tijd over om aan andere zaken te besteden.

De Goden waren onder de indruk van de creaties van de mens. Ze wilden echter niet dat de mens zou terugvallen in haar vroegere arrogantie en zich weer tegen de Goden zouden keren.

Daarom schonken ze de mensen de kennis van recreatie. De vrije tijd werd daardoor opgevuld met ontspanning en gelukzaligheid en dit voorkwam dat de mens in opstand kwam.

Eeuwenlang leefden de Goden en mensen op deze wijze in vrede met elkaar. Totdat op een dag de mens 'oorlog' ontdekte. Al snel vloeide het bloed over de bouwwerken en staakte de arbeid. De Goden probeerden tussenbeide te komen, maar de mensen waren zo vervuld van bloeddorst dat zij alle Goden op wrede wijze om het leven brachten.

Toen de laatste God kreunend van pijn in elkaar stortte, beseften de mensen wat zij in blinde woede gedaan hadden. Zij wierpen zich ter aarde en barstten in een vreselijk huilen uit. Na een tijdje waren de tranen op en begroeven zij de Goden op het slagveld. Ze waren hier net mee klaar, toen het begon het te regenen. De aarde werd bedekt met een natte deken. Uiteindelijk hield het op met regenen en het water werd door de bodem opgeslokt. Op het graf van de Goden begonnen grote bomen en struiken te groeien. Er ontstond een groot bos met de mooiste planten erin.

De mens doopte dit bos 'Regenwoud'. Een naam die voor altijd zou herinneren aan de dag dat de hemel huilde om het lot van de Goden en de bloeddorst van de mensen. De mensheid zwoer die dag nooit meer te zullen vechten. Het bos zou een blijvende herinnering aan die belofte zijn.

Ter ere van de gevallen Goden ontwierpen de mensen het proza en de poézie, zodat tot in de eeuwigheid het lot van de Goden bezongen kan worden.

En voor vele eeuwen floreerde het menselijk ras. Er heerste vrede en voorspoed. Tot er op een dag hout nodig was om een nieuwe stad te bouwen en in de hele omgeving alleen het regenwoud was. De mens was allang haar historie vergeten en begon dadelijk het woud om te kappen. Terwijl ze de eerste bom omhakten, kregen ze onenigheid en tegen de tijd dat die boom kreunend ter aarde stortte, waren de mensen alweer een nieuw gevecht begonnen.

Tot op heden heeft niets haar tot bezinning kunnen brengen. En dus vecht de mens nog steeds.