Woeste windweg, zachtzinnige zonsondergang
Een verhaal van ondergaan en opkomen
Een eenzame boom neemt op een warme zomerdag fier afscheid van een enkel groen blaadje en schenkt het aan de wind. Die neemt het kalm op en leidt het in sierlijke kronkels naar een nieuwe bestemming. Dan weer hoger, dan weer lager de luchtstroom volgend vindt het zijn weg tussen bomen en huizen om uiteindelijk, via gevormde groeven en randen, een eigen inbreng aan zijn pad te geven. De weg leidt naar links, met golven en krullen en het is goed. Maar de wind neemt al snel de controle terug en dirigeert met zachte bries het blaadje in een andere richting. Onwetend van het noodlot suist het blaadje op zijn eindpunt af. Een laatste zwaai omlaag en een nieuwe wind neemt hem over; de wind van de veegwagenborstels die hem naar binnen zuigt en doet verdwijnen uit de vrije lucht. Zijn lot: versnipperd.
Het is de hele dag al broeierig geweest. Daarom besluit ik 's avonds om voor het slapen nog een lange wandeling te maken. Na een laatste maaltijd zet ik mijn MP3-speler aan en steek hem bij me. Muziek begint als ik naar buiten stap en de zon staat nog twijfelend aan de hemel geprikt. Het is hoogzomer en nog laat licht.
Ik neem de bekende route langs het kanaal en sla dus linksaf. Bij de grote weg springen de lantaarns met overtuiging aan. Deze wisseling van de wacht wordt direct door de zon opgemerkt, want zij begint daarop haar ogenschijnlijke afdaling. Een veegwagen passeert me en zuigt een groen blaadje op.
Ik steek de oude brug over en sta meteen in een omgeving zonder huizen. Die worden aan de overkant door het water stevig in bedwang gehouden. Zelf niet afgeschrikt loop ik parallel aan het kanaal verder.
Ook de zon lijkt geïntimideerd van de strook water. Zij versnelt haar neerwaartse beweging met een buiging: knielend licht.
Normaalgesproken is het, op de muziek na, doodstil langs dit weggetje, maar vanavond hoor ik in de verte rumoer. Het irriteert me en komt boven de muziek uit. Ik loop behoedzaam verder, alsof dat weer stilte kan terugbrengen.
De geluiden blijken afkomstig van een groepje jongeren dat zich op en rond een bankje heeft gefortificeerd. Als ze mij zien naderen zwelt het kabaal aan. Nog dichterbij gekomen zie ik dat de groep uit louter drinkende jongens bestaat. Aan weerszijden van het bankje staat een krat bier. Inmiddels raakt de zon gehaast, maar vol voorzichtigheid, de horizon aan, schrikt een momentje, als een teen in heet water, en zet dan door.
De jongens vormen een kring om me heen. Het zijn er vier en ze zijn allemaal een kop kleiner dan ik. Als Indianen om een karavaan draaien ze rond mij. Eentje heeft een mes. Hij gebiedt me mijn portemonnee te overhandigen. Een tweede eist mijn mobiel. Die laatste heb ik niet meegenomen, de portemonnee overhandig ik trillend, nog in ritme met de muziek. Een derde wenst nu de muziekspeler. Net als ik die zwijgend wil pakken, zwelt de muziek aan en steekt er een sterke wind op. Het is filmisch en plaatst de hele situatie in een geheel nieuw licht. Moed toont mij vier kleine jochies die me proberen te beroven. Mij beroven? Mijn borstkas ontketent haar woede en ik merk hoe een arm automatisch gelanceerd wordt naar het hoofd van de eerste jongen. De andere arm volgt direct daarop. Benen beginnen te schoppen. Ferme tikken worden uitgedeeld. Voordat het helemaal zwart wordt voor mijn ogen zie ik de zon met een laatste knipoog verdwijnen aan de horizon. In een verlate reactie deinzen de huizen aan de veilige overkant terug, vrezend dat een muur van water geen bescherming kan bieden. Hun ramen wenden de blik af.
20 mei jongstleden is een nog onbekende man neergestoken op de kanaalweg. De politie verdenkt een rovende jeugdbende. Bij een bankje in de nabijheid van het ongeval zijn lege bierflesjes en opgebrande sigaretten gevonden die dit vermoeden bevestigen. Naast bloed van de man is dat van tenminste twee anderen gevonden. Enkele meters van het bankje vandaan werd een MP3-speler gevonden die waarschijnlijk aan de man toebehoorde. De politie stelt een uitgebreid onderzoek in naar de daders.